Op fietsvakantie met een peuter of kleuter

Of je nu een doorgewinterde fietskampeerder bent, of het is je eerste keer: een fietsvakantie met een peuter of kleuter is totaal iets anders dan een fietsvakantie met volwassenen. Met een beetje goede voorbereiding is het een fantastische ervaring voor zowel jou als je kind(eren). Zie het als een avontuur. En laat vooral alle verwachtingen die je vooraf hebt los.

Ikzelf ben een paar keer op fietsvakantie geweest met mijn dochter toen ze tussen de 2 en 6 jaar was. Hieronder zet ik de 8 meest gestelde vragen op een rij. Misschien heb je hier iets aan bij het plannen van jouw avontuur!

Is het niet veel gedoe?

Ja en nee. Op reis gaan is sowieso ‘gedoe’, want je moet dingen regelen, inpakken en voorbereiden. Bij een fietsvakantie moet je meer op het gewicht en het aantal spullen letten dan bij een autovakantie, maar ook bij die laatste zie je soms mensen die de kofferbak niet meer dicht krijgen. Als je eenmaal op weg bent, vallen ineens alle verplichtingen weg. Je hoeft alleen maar te fietsen en te genieten. Dat is toch geen gedoe?

Waar ga je heen?

Dat maakt eigenlijk niet uit, maar zeker als het je eerste keer is, raad ik aan om gewoon vanuit huis te gaan fietsen. Dat is de meest ontspannen manier om te vertrekken. Bovendien is Nederland een heel geschikt fietsland: de wegen zijn goed en er zijn veel voorzieningen op niet al te grote afstand van elkaar. Denk aan campings, horeca en supermarkten.

Hoe ver ga je fietsen?

Sommige fietskampeerders vinden het lekker om elke dag een bepaald aantal kilometers te fietsen. Dat kan prima als je alleen met volwassenen bent, maar met kinderen ligt dit anders. Je kunt beter maar géén verwachtingen hebben van de afstand. Dan valt het altijd mee. Kijk goed naar je kind: vindt hij/zij het leuk om op een voorzitje om zich heen te kijken? Of kan hij/zij zich uren vermaken met een paar boekjes in de fietskar? Dan kun je best een eindje komen. Maar is je kind wat onrustiger van aard? Dan zul je wat meer speelpauzes moeten inlassen.

Wat neem je mee?

Zo min mogelijk, want anders krijg je het niet mee. Ik had voor mijn dochter altijd een speeltasje bij me. Hierin zaten haar knuffeltje, een paar miniboekjes (van die Gouden Boekjes), wat klein speelgoed (Duplo werkte bijv. goed), een schriftje en kleurtjes en een iPodje met kindermuziek en verhalen (ideaal voor vroege vogeltjes en voor in de fietskar). Verder natuurlijk de standaardzaken als een matrasje, een slaapzak, kleding, enz. Op Nederland Fietsland kun je je eigen paklijst samenstellen.

Hoe neem je alles mee?

Je kind kan afhankelijk van de leeftijd in een fietskar of op een aanhangfiets (die laatste als ze zelf al een beetje kunnen fietsen). Het voordeel van een fietskar is dat je kind erin kan slapen, dat er evt. meerdere kinderen in kunnen en dat je er ook nog bagage in kwijt kunt. Maar let op: elke kilo moet je zelf vooruit trappen… Kleuters vinden het heel leuk om mee te trappen op een aanhangfiets. In beide gevallen is een extra voorzitje aan je stuur (of zadeltje op je stang) aan te raden, omdat de kinderen dan kunnen afwisselen. Dat maakt het leuker voor ze! De bagage prop je in de fietstassen die je hebt, met de tent erbovenop.

Waar slaap je?

Kinderen vinden kamperen superleuk. Op een camping zijn bijna altijd andere kinderen waarmee ze kunnen spelen. Zelf heb ik een voorkeur voor Natuurkampeerterreinen, omdat ze goed zijn ingericht voor fietsers en omdat het mooie terreinen zijn. Maar onderweg doe je het met wat er in de buurt is aan het eind van de dag.

Wat als het regent?

Dan doe je je regenjas aan of je last een rustdag in. Het regent zelden dagen achter elkaar in Nederland. Kinderen maakt het sowieso niet uit wat voor weer het is. En mocht het langer regenen, dan zijn Trekkershutten een uitkomst.

Hoe hou je het leuk?

Door uit te gaan van je kind. Kijk wat hij/zij aankan en las voldoende speelmomenten in. Ga picknicken, stop bij een speeltuin of bij een wei met schapen. Laat je kind helpen bij het zoeken van de route, het koken of het opzetten van de tent. En als je met meerdere volwassenen bent: zorg dat een van jullie met je kind speelt, terwijl de andere de kampeerplek inricht. Hoe leuker je het maakt op jonge leeftijd, des te meer kans je hebt dat ze op oudere leeftijd ook nog op fietsvakantie willen. Dat zou toch mooi zijn?

Anoek van der Leest is tekstschrijver en trekt het liefst de natuur in op de fiets of te voet. Sinds de geboorte van haar dochter Mila in 2010 gaat deze vaak mee op reis. Samen hebben ze al vele fiets- en wandelvakanties gemaakt. Soms met zijn tweetjes, soms met allerlei anderen. Maar altijd met veel plezier!